Cinqfontaines Centrum
Waar? 2, Klousterstrooss, L-9902 Cinqfontaines
Het kleine dorpje Cinqfontaines (Vijf Putten), niet ver van Troisvierges, herbergt een voormalig klooster uit het begin van de 20e eeuw. In 1941 werd het in beslag genomen door de nazi's, die het gebruikten als een plaats van internering voor Joden uit Luxemburg.
Tussen 1904 en 1907 liet de Congregatie van het Heilig Hart in Cinqfontaines/Fünfbrunnen een klooster bouwen door de Duitse architect Klomp uit Dortmund.
In maart 1941 confisqueerden de nazi's alle kloosters in Luxemburg, waaronder het klooster van Cinqfontaines. Steeds meer Joden uit het hele land werden er gehuisvest, zodat het klooster al snel te klein werd. Het plan om houten barakken te bouwen kon niet worden gerealiseerd. Zo werden de leefomstandigheden voor de veelal oude en zieke gevangenen erg moeilijk, vooral omdat de voedselrantsoenen door de nazi's werden gereduceerd.
Van 1941 tot 1943 werden de Joden uit Cinqfontaines gedeporteerd naar de getto's en vernietigingskampen in Oost-Europa. Het klooster lag vlakbij een spoorlijn, waardoor de Joden in het geheim gedeporteerd konden worden. Ongeveer 300 Joden passeerden Cinqfontaines, ongeveer 16 van hen stierven.
In 1944 veranderde het Amerikaanse leger het klooster in een veldhospitaal. In 1969 werd er een herdenkingsmonument gewijd. In 1973 werd het een retraite- en bezinningscentrum.
Na het einde van de oorlog keerden de priesters terug naar Cinqfontaines. Vanaf de jaren 1950 werden er vakantiekampen georganiseerd op de site. Na een overeenkomst met de Joodse gemeenschap van Luxemburg werd het klooster van Cinqfontaines in 2020 aangekocht door de staat om er een gedenk- en educatief centrum te bouwen.
In 2021 verlieten de laatste priesters het klooster en sinds 2022 bieden de Nationale Jeugddienst en het Centrum voor Politieke Opvoeding educatieve activiteiten aan over het herdenken van de slachtoffers van de Holocaust, bewustmaking tegen antisemitisme en racisme en "het bevorderen van democratie en mensenrechten". Het centrum zelf kan niet worden bezocht en is uitsluitend bestemd voor educatieve activiteiten. Voor het gebouw staat echter een gedenkteken dat vrij toegankelijk is.